
Joodse burgers in Vlissingen: Onteigening en rechtsherstel
Historisch geïnteresseerden en betrokkenen in Vlissingen doen al jaren onderzoek naar gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog. Zo proberen zij de slachtoffers van de bezetting en
Inleiding
De naam Vlissingen was al in het jaar 620 bekend. Het was toen een vissersgehucht. In 917 was er sprake van de bouw van een dorp. De strategische ligging van Vlissingen wekte vooral de belangstelling van de ‘landsheren’. Floris V kocht Vlissingen in 1294. Zijn opvolger Willem 111 verleende in 1315 stadsrechten. Vlissingen was het centrum van de (haring)visserij, handel en scheepvaart. Maar ook van de kaapvaart en slavenhandel. Vlissingen bleef haar belangrijke positie ook in de eeuwen erna houden.
Vlissingen heeft in de loop van 500 jaar oorlogsgeschiedenis veel mooie plekken in de stad verloren zien gaan, getuige o.a. een belangrijke historische bron: de Nieuwe Cronyk van Zeeland door Mattheus Smallegange. De bevolking en de stad hadden door de strategische ligging veel te leiden en werden door de vele gevechten en bombardementen zwaar getroffen. Zelfs in de eerste wereldoorlog waarin Nederland neutraal was, had Vlissingen een belangrijke taak om hulp te bieden aan de vele vluchtelingen en gewonde militairen. Ook spoelden gevaarlijke mijnen aan op onze kust en stranden. Tijdens de Tweede wereldoorlog werd Vlissingen helaas een van de meest gebombardeerde steden van Nederland. De financiële schade was zo groot dat een groot deel van de historische binnenstad gesloopt moest worden en veelal vernieuwd werd met architectuur van de late 60-er jaren, snel en goedkoop.
Hieronder volgt een chronlogisch overzicht van de geschiedenis van Vlissingen, met als focus de verschillende conflicten en oorlogen.
Vlissingen van 1500 tot 1572
Rond het jaar 1500 begon het te gisten in Europa. Met name op het gebied van de godsdienst traden er verschuivingen op. Karel V (en later zijn zoon Philips Il) traden hard op tegen de ketterijen. Er waren echter veel meer oorzaken aan te wijzen die leidden tot de Tachtigjarige Oorlog. De inrichting van het bestuur in de Nederlanden, de armoede (sterk gestegen graanprijzen) en de huisvesting van Spaanse troepen. In het grensgebied van België/Frankrijk (Honschoten) begon in 1566 de beeldenstorm die zich snel uitbreidde richting noorden. Deze berichten bereikten Philips Il in Spanje en die gelastte de beruchte Alva orde op zaken te stellen in de Nederlanden.
Ook Vlissingen kreeg met deze Spaanse hertog te maken. De strategisch goed opgeleide Alva realiseerde zich dat Vlissingen de ingang van de Westerschelde controleerde en gaf opdracht om er een dwangburcht te bouwen. Enerzijds om de Westerschelde te controleren en anderzijds om de opstandige Vlissingers in toom te houden.
Vlissingen van 1572 tot 1795
Gesterkt door het feit dat Den Briel op 1 april 1572 vrij was van de Spanjaarden nam de Vlissingse bevolking het heft in handen en verdreef het Waalse garnizoen de stad uit en kon voorkomen dat een Spaanse vloot nieuwe troepen de stad in kon brengen. Vlissingen was bevrijd van de Spanjaarden.
Met circa 8.000 inwoners was Vlissingen tijdens de eerste helft van die 18e eeuw een behoorlijke plaats. Omgeven door de vestingwerken met maar liefst 13 bastions, 9 aan de landzijde en 4 aan de zeezijde. Een tweetal landpoorten sloten de stad af: de Middelburgse poort (bij de weg naar Koudekerke) en de tweede Rammekenspoort (bij de weg naar Middelburg. Bovendien waren er een drietal waterpoorten. Binnen de vesting speelde al het leven zich af, want buiten de vesting mocht er niet gebouwd worden. In 1594 verrees op de Grote Markt het prachtige stadhuis, een kleinere kopie van het stadhuis in Antwerpen. Ook op cultureel gebied speelde de stad een belangrijke rol met Jacobus Bellamy en Betje Wolff.
Michiel Adriaenszoon de Ruyter werd op 24 maart 1607 geboren in Vlissingen en woonde daar tot 1654. Slechts 1 huis in Vlissingen mag aanspraak maken op het feit dat Michiel daar ooit gewoond heeft: Nieuwstraat 13. Vlissingen was na 1750 de “onbetwiste hoofdstad” van de Nederlandse slavenhandel.
Alleen al in de korte periode tussen 1750 en 1780 vervoerden Vlissingse schepen zo’n 60.000 Afrikanen als slaaf uit Afrika naar de andere kant van de Atlantische Oceaan. Stadsbestuurders hadden ook al heel veel eerder, vanaf het einde van de zestiende eeuw, zelf belangen in de slavenhandel. Diverse slavenhandelaren waren bijvoorbeeld schepen (tegenwoordig wethouder) van Vlissingen. Vlissingse notabelen (waaronder koopman en burgemeester Jan de Moor) stichtten in het begin van de 17e eeuw een eigen Vlissingse kolonie met slaven op het eiland Tobago.
De in Vlissingen geboren schrijfster Betje Wolff heeft zich verschillende keren uitgesproken tegen slavernij en slavenhandel. Zo schreef ze in 1777 het gedicht “de slaverny”, waarin ze de slavernij veroordeelde als een barbaarse daad.
Vlissingen van 1795 tot 1867
In 1795 werd het Haags Verdrag gesloten. Dit bepaalde ondermeer dat er in Vlissingen een Frans garnizoen gelegerd mocht worden en dat de havens door beide landen gebruikt mochten worden. Het bleek slechts een papieren overeenkomst. De Fransen deden alsof zij complete zeggenschap over Vlissingen hadden en niet zonder reden.
Frankrijk was inmiddels in oorlog met Engeland en Napoleon wilde niets liever dan Engeland onder de voet lopen. Napoleon had echter een vloot nodig om dat te bewerkstelligen. In de haven van Antwerpen en die van Vlissingen werd een enorme oorlogsvloot gereedgemaakt voor de oversteek naar Engeland.
Deze dreiging werd de Engelsen te groot. Ook zij zagen dat Vlissingen strategisch goed was gelegen en in feite een pistool op de borst van Engeland was. De zogenaamde Engelse expeditie in 1809 was het voor Vlissingen dramatische gevolg. De Engelsen landden aan de noordzijde van Walcheren en bestookten Vlissingen vanuit de Westerschelde met brandraketten. De Franse generaal Monnet kon niet voorkomen dat Vlissingen zwaar werd beschadigd. Behalve het prachtige stadhuis aan de Grote Markt gingen ook 2 kerken en 65 woonhuizen in vlammen op. Er werden 250 huizen dermate beschadigd dat zij niet meer bewoonbaar waren. Vlissingen werd dus zeer zwaar beschadigd.
Napoleon gaf opdracht de stad zodanig te versterken dat een herhaling niet meer mogelijk was. De Fransen konden hun plannen echter niet geheel meer uitvoeren omdat zij in 1814 het land moesten verlaten. Zij lieten Vlissingen berooid achter. Een Ville Morte (dode stad) aan de Westerschelde. Vlissingen moest weer worden opgebouwd.
Vlissingen van 1867 tot 1940
Eigenlijk gebeurden er in deze periode meerdere dingen tegelijk.
Met het graven van het Kanaal door Walcheren werden er ook twee binnenhavens, sluiswerken en een buitenhaven aangelegd. Vlissingen kreeg bovendien een spoorverbinding met Bergen op Zoom. En vanwege de opheffing van de vesting waren de vestingwerken niet meer nodig en kon Vlissingen zich buiten de vesting gaan uitbreiden.
Direct na de ingebruikname van de havens vestigde in 1875 scheepswerf ‘De Schelde’ zich in Vlissingen op de terreinen van de voormalige Marinewerf en in de buitenhaven vestigde zich de Stoomvaartmaatschappij ‘Zeeland’ met de verbinding naar Engeland. Vlissingen kon de toekomst weer met vertrouwen tegemoet zien. Het inwonertal in de periode 1875-1900 verdubbelde naar bijna 19.000.
Het Grand Hotel des Bains werd in 1886 opgericht (het latere ‘Britannia’, en later het hoofdkwartier van de Duitse bezetter in 1940).
Er ligt in Vlissingen een uniek stukje geschiedenis uit de Eerste Wereldoorlog. De stad heeft als enige buiten België en Frankrijk een oorlogskerkhof uit 1914-1918. Er is tijdens de oorlog afgesproken dat gesneuvelde soldaten die aan de kust van Schouwen of Walcheren aanspoelden, centraal zouden worden begraven in Vlissingen.
Onder de bezielende leiding van burgemeester Van Woelderen begon de stad steeds meer allure te krijgen. Er kwam een vliegveld, een pier, het Nollebos.Er moest een nieuw stadshart worden gerealiseerd met een nieuw stadhuis, winkels, een schouwburg en kantoren tegenover de HBS. Hij had plannen in overvloed om Vlissingen, ook toeristisch gezien, nog meer op de kaart te zetten met een invulling van het park- en duingebied.
Aan de ontwikkeling van de stad kwam echter abrupt een eind door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.
Vlissingen in de Tweede Wereldoorlog
Bij de Duitse inval op 10 mei 1940 werd de stad direct geconfronteerd met bombardementen. Vanwege de militair-strategische ligging aan de monding van de Schelde en de scheepswerf begonnen ook de geallieerden de stad stelselmatig te bombarderen. Vlissingen kende gedurende deze periode maar liefst 84 bombardementsdagen. Vele inwoners werden verplicht de stad te verlaten en leefden verder in de dorpen en stadjes elders in Zeeland en West-Brabant. Uiteindelijk bleven ongeveer 3000 mensen nog in de stad achter.
In 1938 telde Vlissingen nog maar 55 Joodse ingezetenen. Dat zal ongeveer het aantal Joodse Vlissingers geweest zijn dat in mei 1940 hun droevige toekomst tegemoet ging. Op 24 maart 1942 kwam het bevel uit Vlissingen te vertrekken met de verplichting om in Amsterdam te gaan wonen. Zo zijn op die dag 20 inwoners op reis gegaan. Alleen een koffertje, handbagage en eten voor een dag mochten zij meenemen. Men dacht dat het tijdelijk zou zijn; in werkelijkheid werden zij later in Amsterdam opgepakt en naar concentratiekampen gezonden.
In totaal zijn een en veertig joodse inwoners van onze stad omgekomen als gevolg van de holocaust. Het vertrek van de joodse inwoners in 1942 is een wrange gebeurtenis. Na de strijd om de bevrijding in november 1944 kon de trieste balans worden opgemaakt. Vlissingen leek op een spookstad. Er was slechts één huis geheel onbeschadigd uit de strijd gekomen. Uncle Beach vormt het hart van de herdenking-boulevard in Vlissingen.
Het strand werd in de vroege ochtend van 1 november 1944 het landingsstrand van de geallieerden die Vlissingen met de operatie “lnfatuate I” kwamen bevrijden van de Duitse bezetting. Het is op deze plek waar wij ieder jaar de herdenking vieren met de kranslegging bij het monument van de Commando 4. De Oranjemolen was het herkenningspunt van de bevrijders die onder zwaar mortiervuur en rookdekking moesten landen.
Met zware gevechten werden de stadswijken veroverd. Aan het eind van 3 november kon het hoofdkwartier van de Duitse kustverdediging voor Zuid Holland in Zeeland, gevestigd in en onder Grand Hotel Britannia, worden uitgeschakeld en was Vlissingen bevrijd.
Vlissingen was door haar strategische ligging door de Nazi’s omgebouwd tot een frontstad met zware fortificaties. De prijs die Vlissingen betaalde was zeer hoog te noemen. Het water van de inundatie zette Vlissingen met Souburg en Ritthem voor 80% onder zeewater. In het voorjaar van 1946 kon de inundatie worden afgesloten. Walcheren was voor jaren vernield. De wederopbouw moest beginnen.
Historisch geïnteresseerden en betrokkenen in Vlissingen doen al jaren onderzoek naar gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog. Zo proberen zij de slachtoffers van de bezetting en
Elk jaar organiseren we, samen met Wings to Victory, op 24 december, kerstavond, een Lichtjesavond. We plaatsen lichtjes bij oorlogsgraven en zijn één minuut stil.
Zaterdag 2 novembervan 10.00 tot 14.00 uurVerwarmde tent op de Oude Markt Speciale kinderactiviteiten 80 jaar vrijheid Vlissingen Op zaterdag 2 november 2024 vieren wij
Stichting Oorlogsjaren Vlissingen
Mail: oorlogsjarenvlissingen@gmail.com
Handelsregister: 66593344 KvK
Rabo NL23RABO0311545793
© 2024 All rights reserved Stichting Oorlogsjaren Vlissingen